Vrouwen spelen het spel voetbal al sinds het bestaan van de sport. Een zeer oud Chinees voetbalspel genaamd Tsu Chu werd ook door vrouwen gespeeld. In het moderne voetbal werden vrouwenwedstrijden ook vroeg gespeeld en in 1863 werden er door de organiserende instanties regels opgesteld om het spel makkelijker voor vrouwen te maken. De eerste geregistreerde vrouwenvoetbalwedstrijd werd in 1892 in het Schotse Glasgow gespeeld, Engeland volgde drie jaar later.
Van de beginjaren van het vrouwenvoetbal is het meest bekend over de vereniging British Ladies Football Club, in het jaar 1895 in Engeland opgericht door Nettie Honeyball. Honeyball verklaarde de club te hebben opgericht om aan te tonen dat vrouwen niet de waardeloze figuren zijn zoals zij door mannen werden neergezet. Er is zelfs enige tijd sprake geweest van het eventueel verbieden van het voetbal voor vrouwen.
Het damesvoetbal werd steeds populairder, zelfs populairder dan sommige mannenevenementen. Bij een wedstrijd kwamen er zelfs 53.000 toeschouwers opdagen. Toch bleef het damesvoetbal onder druk staan. In 1921 verbood de Engelse voetbalbond vrouwen om nog langer hun wedstrijden te spelen op de velden van de leden van de bond, omdat damesvoetbal in hun ogen onsmakelijk zou zijn. . Door het verbod kwam het damesvoetbal minder vaak in de media, maar kon de groei niet stoppen zodat de vaste schare fans en speelsters steeds groter werd.
Vele jaren later, na het WK voetbal 1966 in Engeland, kreeg het vrouwenvoetbal ook een nieuwe impuls en werd drie jaar later de Women's Football Association opgericht. In 1971 werd het verbod van 1921 eindelijk opgeheven en konden vrouwen hun wedstrijden weer spelen in elk stadion in Groot-Brittannië. In datzelfde jaar besloot de UEFA dat het vrouwenvoetbal onder controle zou moeten komen te staan van de nationale voetbalbonden.
In de jaren zeventig werd Italië het eerste land met vrouwelijke professionele voetbalsters, al ware het op deeltijdbasis. Het eerste volledig professionele vrouwenvoetbalteam was het Amerikaanse nationale damesvoetbalelftal. In 1991 werd China het eerste land dat officieel vrouwenvoetbal in competities organiseerde.
Japan richtte in 1992 als eerste land een semi-professionele damesvoetbalcompetitie op.
Aan het begin van de 21e eeuw lijkt het vrouwenvoetbal qua professionaliteit al veel op het mannenvoetbal en groeit de populariteit van de sport nog steeds. Tijdens het wereldkampioenschap voor vrouwen in 1999 werden honderdduizenden kaartjes verkocht.
Net als in veel andere sporten krijgen vrouwen ook in de voetballerij minder betaald dan hun mannelijke collega's.[bron?] Ook krijgt vrouwenvoetbal minder media-aandacht en wordt daarom ook aanzienlijk minder vaak uitgezonden. De Algarve Cup in 2006 bijvoorbeeld, wat gezien wordt als een van de meest prestigieuze vrouwenvoetbalbekers in de wereld, werd in Europa slechts gedeeltelijk uitgezonden door Eurosport, en in Noord-Amerika helemaal niet.