In het voorjaar staan de tulpenvelden in de bloei. Je ziet dan velden vol verschillende kleuren. Veel mensen komen hiernaar kijken. Maar voor de telers zijn de bloemen niet belangrijk. Het gaat hen om de bollen. Hoe dikker de tulpenbol is, hoe meer geld hij opbrengt. Daarom worden bloeiende tulpen gekopt. De teler snijdt de bloem van de steel. Dat doet hij omdat een bloem veel voedsel gebruikt. En dat voedsel is nu juist nodig voor de bol. Hoe meer voedsel de bol krijgt, hoe groter hij wordt. De grote bollen worden verkocht aan tuincentra of andere telers. Die telen er tulpen van die verkocht worden als snijbloemen. Van die snijbloemen wordt de bol juist weer weggegooid.
Nederland is beroemd om de tulpen. Elk jaar komen er veel mensen uit het buitenland om naar de bloeiende tulpenvelden te kijken. Vaak nemen ze een souvenir mee terug naar huis. Zo hebben ze nog een herinnering aan de vakantie. Tulpenbollen zijn souvenirs, maar ook lepeltjes, speldjes en andere dingen met een afbeelding van een tulp erop. Veel toeristen gaan naar de Keukenhof. Dat is de grootste tuin van Nederland. In het voorjaar bloeien er veel verschillende soorten tulpen. Maar er zijn ook andere bloeiende voorjaarsbloemen te zien.
Tulpen kunnen niet in een warm klimaat gekweekt worden, omdat ze een koude nacht en een koude winter nodig hebben om te kunnen groeien. Tulpenbollen worden gewoonlijk in oktober en november geplant. De bloeiperiode loopt van april tot in juni. De botanische tulp is vooral geschikt voor in de tuin, want die bollen kunnen in de grond blijven zitten en kunnen in het jaar daarop weer uitkomen.
Tulpen hebben zachte en kwetsbare stelen die enigszins krom groeien in een vaas. Het bijsnijden of herschikken van de bloemen zal daarom soms nodig zijn. De bladeren liggen vanuit de basis kelkvormig om de stengel heen. De tulpen zijn reukloos en hebben dus vooral decoratieve waarde.
Soms wil een kweker een nieuwe tulp. Bijvoorbeeld één met een korte steel die laat in het voorjaar bloeit. Hij kruist dan een tulp met een korte steel met een tulp die laat bloeit. De kweker brengt het stuifmeel van de ene tulp bij de stamper van de andere tulp. Hij gebruikt het gekruiste zaad om een nieuwe bol te kweken. Het duurt ongeveer vijf jaar voordat de bol gaat bloeien. Dan kan de kweker pas zien of het gelukt is. Als het goed is, heeft hij dan een tulp met een korte steel die laat in het voorjaar bloeit. De nieuwe tulp mag hij een naam geven. Tulpen krijgen vaak namen van bekende mensen. Bijvoorbeeld Amalia, genoemd naar de dochter van kroonprins Willem – Alexander.
De tulp is een uitheemse bloem. Hij werd ooit vanuit Turkije mee naar Nederland genomen. In Zuid – Azië groeien wilde tulpen. Later gingen Nederlandse boeren tulpen kweken.
470 woorden!
3500