Vroeger was het gewoon, dat je op straat spuugde. Door de kolenkachels kwam er veel stof in je longen. Daar moest je van hoesten. De troep die in je mond terecht kwam, spuugde je uit. Gewoon op straat. Of in een speciale spuugbak.
In Afrika leeft een volksstam die in je hand spugen, als ze je groeten. Hebben ze iets gekocht, dan spugen ze even op de kleren van de koopman.
Baby's krijgen de ene na de andere kledder op hun hoofd. Als een baby op zijn hoofd wordt gespuugd, betekent dat: "veel geluk!".
In China maken ze soep van vogelnestjes. De vogels hebben met hun spuug de nestjes stevig gemaakt. Een vogelnestje wordt dan gekookt, zeewier erbij, en de soep is klaar.
Spuug heb je nodig. Anders kun je niet praten of eten. Per dag maken je speekselklieren onder je tong en in je wangen ongeveer 1 liter spuug aan.
Spuug lijkt gewoon water. Maar er zitten stoffen in spuug, die:
- er voor zorgen dat je gemakkelijker kunt kauwen.
- er voor zorgen dat het eten sneller verteert.
- er voor zorgen dat je beter kunt proeven wat je eet.
- er voor zorgen dat bacteriën die in je mond zitten, worden gedood.
4246