Marokko ligt in Noordwest-Afrika. Marokko grenst in het oosten aan Algerije en in het zuiden aan de Westelijke Sahara. Marokko heeft een lange kust. Ten westen van Marokko ligt de Atlantische Oceaan,ten noorden ligt de Middellandse Zee. Aan de overkant van deze zee liggen Spanje en Gibraltar. De Middellandse Zee is tussen de noordpunt van Marokko en de zuidpunt van Spanje maar 13 kilometer breed. Deze smalle doorgang heet de straat van Gibraltar.
Marokko is bijna 20 keer zo groot als Nederland. In Marokko wonen 26 miljoen mensen. Nederland heeft 15 miljoen inwoners. De Marokkaanse bevolking neemt snel toe. Dat komt door de grote gezinnen. Vier of vijf kinderen is heel gewoon. Veel Marokkanen wonen in steden. Casablanca is de grootste stad en heeft bijna drie miljoen inwoners. Andere grote steden zijn Rabat Fes Tanger en Marrakesh.
Marokko is net als Nederland een koninkrijk. Koning Hassan de Tweede regeert al sinds 1961 over het land. In de hoofdstad Rabat staat zijn prachtige paleis. Marokko heeft nog niet zo lang een koning. Sultan Mohammed benoemde zichzelf tot koning Mohammed de Vijfde. Hierna werd zijn zoon, Hassan II, koning. Nu is de zoon van Hassan II koning, hij heet Mohammed de zesde.
Marokko heeft een afwisselend landschap.Een smalle strook land aan de Middellandse Zee is vlak. Onmiddellijk daarachter liggen de hoge pieken van het Rifgebergte. Aan de Atlantische Oceaan ligt een laagvlakte. Dat is vlak land dat iets boven de zeespiegel ligt. Het is een belangrijk landbouwgebied.
Achter het Atlasgebergte ligt een uitgestrekte steenwoestijn met rotsen, grind en zandheuvels. Er groeien alleen planten die weinig water nodig hebben,zoals vetplanten en doornstruiken. In de Marokkaanse woestijn komen dikke lagen fosfaat voor. Het is een stof die onder andere wordt gebruikt om kunstmest van te maken. Grote machines graven het fosfaat uit de woestijn.
Marokko trekt ieder jaar meer toeristen. Vakantiegangers genieten in dit prachtige land van het zonnige weer, de zandstranden, de historische steden, de ruige bergen en de vriendelijke mensen. De meeste toeristen komen voor de zon en het strand.
Vakantiegangers geven veel geld uit. Ze bezorgen heel wat Marokkanen een baan. Hotels,restaurants en winkels hebben immers personeel nodig. Bijna de helft van de Marokkanen behoort tot het berbervolk. Berbers stammen af van de oorspronkelijke bewoners van Marokko. Ze hebben hun eigen taal, literatuur en muziek. De Arabieren vormen in Marokko de grootste groep. Toch hebben zij niet altijd in dit land gewoond
Ze kwamen in de zevende eeuw (600-700) vanuit Arabië naar Marokko om de bevolking tot de islam te bekeren De Berbers hebben de arabieren eeuwenlang als indringers beschouwd. Ze konden het slecht met elkaar vinden. Dat is inmiddels voorbij. Arabieren en Berbers hebben al meer dan duizend jaar dezelfde godsdienst, cultuur en geschiedenis.
In de bergen wonen nomaden. Zij trekken met hun kudden schapen of geiten van de ene plek naar de andere en hebben geen vaste woonplaats. Ze trekken verder als er voor hun dieren niet genoeg voedsel meer is. Nomaden wonen in tenten. Dat is makkelijk wanneer je moet verhuizen. In het voorjaar trekken ze met hun kudde naar de malse bergweiden hoog in het Atlasgebergte. Ze blijven daar tot het einde van de zomer. Voor de winter aanbreekt, dalen ze met hun dieren af naar de kust. Er zijn niet meer zoveel nomaden als vroeger.De officiële schrijftaal is het Arabisch. De gesproken taal verschilt in vele opzichten van het standaard Arabisch afwijkende Marokkaanse Arabisch, dat door 60% van de bevolking gesproken wordt. 30 tot 40% spreekt het aan het Oud-Egyptisch verwante Berbers. Frans heeft als tweede taal steeds een belangrijke plaats behouden in het openbare leven. Verder wordt er in het voormalig Spaanse noorden nog Spaans gesproken.
Fès was vroeger de hoofdstad van Marokko. Het is de oudste van de koningssteden. Er zijn talrijke monumenten in Fès, waaronder de universiteit en het heiligdom van Moulai Idriss, die de stad heeft gesticht. De Karaouine moskee uit 859 is een van de oudste en beroemdste moskeeën in het westelijk deel van de moslim-wereld. Het is eeuwenlang een van de belangrijkste spirituele en intellectuele centra van de Islam geweest, en de moslim-universiteit van Fès is nog steeds hier gevestigd.
In het centrum van de medina liggen de leerlooierijen, waar nog op traditionele manier huiden worden gelooid en geverfd. De kleur van de stad Fès is kobaltblauw. Dat is duidelijk te zien aan een van de toegangspoorten tot de stad, de Bab Boujeloud. De buitenkant heeft een helderblauwe kleur, de binnenkant is groen, de kleur van de islam.
Fès heeft ook zijn naam gegeven aan een typisch rond en rood hoofddeksel met een kwastje: de fez. Fès produceerde de karmozijnrode kleurstof voor het hoedje. 6243