Stilstaand water vereist een subtielere manier van dobbervissen dan rivieren, omdat het hier de vissen zijn die de dobber ondertrekken en niet de stroming. Dat betekent dat de vissen meer tijd hebben om mogelijke weerstand te voelen en het aas te laten vallen voordat de dobber ondergaat.
Daarom is het belangrijk om de dobber zo te verzwaren dat slechts een puntje boven water steekt, zodat de minste spanning hem onderwater trekt.
Hoe dieper het water en hoe sterker de onderstroom, hoe meer loodjes er naar de haak geplaatst moeten worden. Normaal is de beste aanpak eerst de diepte uit te peilen na het begin van een vissessie, en zo te vissen dat het aas net de bodem raakt of er ietsje boven blijft. In de zomer komen de vissen echter vaak naar de hogere waterlagen als je los voer strooit, dus moet je erop voorbereid zijn om hoger in het water te vissen als dat nodig is.
De snoek
Gestroomlijnd, krachtig en ontzagwekkend en onmiskenbaar: de snoek is de toproofvis in het meeste Europese zoetwater en er zijn exemplaren van meer dan dertig kilo gevangen!
Snoekbaars
Sommige hengelaars denken dat de snoekbaars een kruising is tussen een baars en een snoek. Dat is niet zo. Hij heeft inderdaad het lange en sterke lichaam van de snoek en de strepen en vinstekels van de baars. De snoekbaars is familie van de baarsfamilie, en kan wel dertien en een halve kilo worden in voedselrijke omstandigheden.
4996