Je moet meestal acht of negen jaar zijn om met dwarsfluitles te kunnen beginnen. Als je jonger bent, moet je groot genoeg zijn om een dwarsfluit te kunnen vasthouden. Soms wordt er aan kinderen van 5-7 jaar les gegeven op een kleine kunststof dwarsfluit. Deze zie je op het plaatje hieronder.
Daarna kun je op een grotere dwarsfluit spelen, die zie je op het volgende plaatje.
De dwarsfluit wordt bespeeld met de kop naar links. Op de kop van de fluit zit de mondplaat. Daarin zit de blaasopening. Die wordt ook wel mondgat genoemd. Je krijgt een toon uit de dwarsfluit door lucht over de blaasopening tegen de uiterste rand ervan te blazen. In het middenstuk en de voet zitten de toongaten die d.m.v. kleppen geopend en gesloten worden.
De dwarsfluit behoort tot de houten blaasinstrumenten. Vroeger werd een dwarsfluit van hout gemaakt. Tegenwoordig van een menging van koper en zilver. De oudst bekende dwarsfluit stamt uit de steentijd en was van bot gemaakt. Drieduizend jaar geleden was de dwarsfluit in China al bekend. Negenhonderd jaar geleden werd de eerste dwarsfluit in Europa ontdekt: een kleine fluit, die werd gebruikt in een muziekkorps van het leger. Deze fluit werd ook wel een pijp genoemd. Hotteterre was een beroemde fluitenbouwer uit de 17e eeuw. Hij verbeterde de dwarsfluit. De toongaten kwamen dichter bij elkaar te zitten, zodat het gemakkelijker was om te spelen.
Bronnen:wikipedia,www.fritsleffefbladmuziek.nl