Er was eens een heel gewone jongen met een heel bijzondere naam. Zijn naam was Valentijn. De andere kinderen lachten daar wel eens om, want wie heet er nou Valentijn? Het gekke was dat Valentijn het helemaal niet erg vond als de kinderen om zijn naam moesten lachen.
Valentijn was trots op zijn naam want hij was jarig op 14 februari, de dag van de Heilige Valentijn. Daarom had hij ook juist die naam gekregen. Die Heilige Valentijn leefde meer dan duizend jaar geleden in Italië. Hij was bisschop. Hij hield veel van de mensen en wilde dat ze ook veel van elkaar hielden. Maar de keizer die de baas was, hield alleen maar van oorlog voeren. Daarom verbood de keizer zijn soldaten om te trouwen.
Toen was er een soldaat die heel veel van een meisje hield. Hij hield zoveel van haar dat hij ’s nachts bij volle maan liefdesliedjes zong bij haar raam. Het meisje hoorde het gezang van de soldaat en gooide rode rozen uit haar raam. Zo wist de soldaat dat ze ook van hem hield. De soldaat wilde perse met het meisje trouwen en daarom ging hij naar bisschop Valentijn. Hij zei: ‘Bisschop Valentijn, u vindt toch dat de mensen van elkaar moeten houden?’ En de bisschop zei: ‘Ja natuurlijk, de liefde is het allerbelangrijkste op aarde.’ Toen zei de soldaat: ‘Bisschop, laat me dan met mijn meisje trouwen, want ik houd nog meer van haar dan van mezelf.’ Bisschop Valentijn zag dat de soldaat het meende en hij trouwde het meisje en de soldaat. Hij wist dat de keizer erg boos op hem zou worden, maar dat kon hem niet schelen.
En ook nu nog denken de mensen elk jaar aan bisschop Valentijn. Op 14 februari vieren ze Valentijnsdag. Dus als je eens een gewone jongen tegenkomt met de naam Valentijn dan weet jij dat hij een heel bijzondere naam heeft.
6147