De honden worden wakker in hun binnenhok. Ze krijgen eten en als het nodig is medicijnen. Daarna worden de luikjes tussen het binnen- en buitengedeelte van de kennels opengezet. Zo kunnen de honden in hun buitenhok spelen. Een paar vrijwilligers beginnen nu met het schoonmaken van de hokken. Ze doen dat met speciale zeep en ontsmettingsmiddel. Ook de kattenverblijven worden schoongemaakt. De katten mogen dan even uit hun hok. Ze spelen samen. Als de hokken schoon zijn krijgen de katten eten.
De hondentrimster komt vandaag. Dat is iemand die de vacht van de honden knipt en verzorgt.
Alles is klaar: de dieren hebben een schoon hok, eten en medicijnen. Er is nu tijd om de honden uit te laten en met ze te spelen op het veld. De katten en honden worden ook geborsteld. Of als dat nodig is gewassen.
Aan de balie is het druk. Er komen mensen die misschien een hond of een kat uit het asiel willen. Ze kijken bij de dieren. En ze overleggen met de verzorgers welk dier het best bij hen past. De telefoon gaat vaak. Er wordt gebeld door mensen die een dier hebben gevonden. Anderen bellen omdat ze hun hond of kat kwijt zijn. Wie weet, is hun dier gevonden en naar het asiel gebracht.
De dierenarts komt. Hij onderzoekt de rest van de middag dieren die de afgelopen dagen zijn binnengekomen. Ze krijgen een prik tegen allerlei ziekten. Inenten heet dat. Daarnaast controleert de dierenarts zieke dieren.
Het is weer tijd om de honden en katten te voeren, medicijnen te geven en de hokken schoon te maken. Daar zijn de medewerkers van het asiel de rest van de dag mee bezig.
Bron:inf.jun. nr.40 AVI 5, 12982