Sluiten

Over de methode

RALFI staat voor Repeated Assisted Level Feedback Interaction.


RALFI lezen in het kort
Kinderen die langdurig veel te traag lezen maar de spellende leeshandeling beheersen, komen in aanmerking voor RALFI lezen. Hierbij leest een groepje kinderen samen met de leerkracht 4 tot 5 keer in de week een relatief moeilijke tekst. De teksten sluiten aan bij de belevingswereld van de kinderen en het niveau mag tot drie niveaus boven het beheersniveau liggen.

 

Voor wie is RALFI geschikt?

RALFI is geschikt voor kinderen bij wie..

  • ..de spellende leeshandeling (grotendeels) wordt beheerst, maar toch veel te traag blijven lezen.
  • ..het AVI niveau (vrijwel) blijft stilstaan; de vorderingen beslaan minder dan 2 AVI instructieniveaus per jaar.
  • ..herhaalde presentatie van korte, op elkaar gelijkende woorden, vaak niet of nauwelijks tot verbetering leidt van het lezen
  • ..het opvallend is dat vaak langere woorden met een complexe orthografische structuur minder problemen opleveren dan korte woorden

 

Wat zijn RALFI-teksten?

Omdat een RALFI-tekst 5 keer in de week gelezen wordt, is niet iedere tekst automatisch te gebruiken als RALFI-tekst. Een RALFI-tekst voldoet aan de volgende eisen

  • Informatieve tekst; Een RALFI-tekst dient informatief te zijn en niet verhalend. Het kind kan door de tekst iets over het onderwerp leren.
  • 300 woorden; Een RALFI-tekst dient ongeveer 300 woorden te bevatten. 
  • Het onderwerp is belangrijker dan het niveau. Uit onderzoek is gebleken dat zwakke lezers, bij gebruik van de RALFI methode, een tekst kunnen lezen die tot 3 AVI niveaus boven het beheersniveau ligt. Hierom zijn teksten op www.ralfilezen.nl gesorteerd op onderwerp en niet op AVI niveau.

 

Uitgangspunten

R= Repeated:
     Herhaald lezen met tussenpozen:

A= Assisted:
     Ondersteund door voorlezen-voorzeggen en bijwijzen

L= Level:
    Inzetten op een hoog niveau.(leeftijdsadequaat)

F= Feedback: ?
     Directe neutrale feedback bij fouten, maar ook toegespitste positieve feedback

I= Interactie:
     Enthousiaste interactie over de inhoud

 

Woordenschat

Het is belangrijk dat de kinderen de tekst goed begrijpen. Dit kan alleen als de moeilijke woorden worden besproken. Dit kun je doen aan de hand van de CUVAR methode.

CU= context + uitleg: 
    Aan de hand van het verhaal wordt de betekenis van het woord uitgelegd.

V  = variatie: 
    De leerkracht zegt het woord binnen verschillende contexten.

A  = aanvulzin: 
    De leerkracht zegt een aanvulzin met het te leren woord.

R  = Registratie: 
    De leerkracht – leerling schrijft het woord op. Iedere keer wanneer de leerling het woord zelf actief gebruikt in een eigen zin komt er een streepje achter het woord te staan.

 

Aanbiedingsvormen

Voorlezen: 
De eerste vijf keer dat een tekst gelezen wordt, leest de leerkracht(ouder) de tekst eerst vloeiend voor in een normaal leestempo. De kinderen lezen mee, terwijl ze bijwijzen. De zesde keer wordt de tekst niet voorgelezen maar lezen de kinderen de tekst zelf voor. 

Koorlezen: 
Na het voorlezen vindt koorlezen plaats. Alle kinderen lezen tegelijkertijd en hardop de tekst voor. (thuis leest het kind samen met de ouder de tekst hardop voor) 

Duolezen of individueel lezen: 
Vervolgens wordt gebruik gemaakt van duolezen of individueel lezen. Bij het duolezen leest het ene kind de tekst, terwijl het andere kind meeleest en helpt waar nodig is. Hierna wisselt dit. Bij individueel lezen, leest het kind de tekst hardop , terwijl de leerkracht meeleest en helpt waar nodig is.

 

5 sessies

Elke dag moeten de kinderen minstens 30 minuten lezen. Bij zwakke lezers komt hier nog een keer 15 minuten bovenop. Kinderen moeten dus leeskilometers maken. Door meer te lezen zal het leesniveau stijgen. Bekijk de 5 sessies.

 

Bekijk voorbeelden van scholen/collega's die met RALFI werken.

Laden...
Laden...
Ralfilezen.nl maakt gebruik van cookies om de website optimaal te kunnen laten werken. Uiteraard voldoen we aan de wettelijke eisen.
Informatie Ok