Zeewier

Zeewier is de groepsnaam van wieren die in zee of zout water leven. Wier is een soort alg. Het heeft geen wortels zoals planten op het land, maar grijpt zich met hechtorganen vast op rotsen, stenen of schelpen.
Je hebt wieren in allerlei soorten en maten, van dunne draadvormige tot dikke bladvormige wieren. Sommige hebben zelfs stengels met bladeren of kunnen gas vasthouden om omhoog te drijven.

Er bestaan drie “kleuren” wieren: groenwieren, bruinwieren en roodwieren.

Groenwieren zijn groen gekleurd, maar om te leven hebben ze rood licht nodig. Het rode deel van het zonlicht schijnt niet zo diep in het water. Daarom groeien groenwieren alleen dicht onder het wateroppervlak. Ze groeien snel en hun bladgroen lijkt erg op dat van landplanten, biologen denken daarom dat het hun voorouders zijn! Er bestaan misschien wel 1800 verschillende soorten groenwier. Zeesla, rotswier, vederwier en borstelwier zien er allemaal anders uit.

Rode wieren kunnen van blauw en groen licht gebruik maken, dat verder het water in kan komen. Rode wieren zijn roodgekleurde algen en hebben vaak veel vertakkingen, of zijn juist blad- of korstvormig. Sommige soorten, zoals nori, eten wij in de sushi. Iers mos (agar) wordt als carrageen gebruikt, een verdikkingsmiddel in voedsel en papier.

Kalkroodwieren hebben kalk in hun weefsel en helpen daarmee bij het (sterker) maken van koraalriffen. Met 6200 verschillende soorten is dit het meest voorkomende wier. Ook in Nederland komen rode wiersoorten voor zoals dulse, buiswier, knoopwier, koraalwier, rood darmwier, hoorntjeswier, en tongwier.

Bruine wieren komen alleen voor in zee. De grootste zeewieren op aarde zijn bruinwieren: de reusachtige kelp (Laminaria) bijvoorbeeld kan wel 70 meter lang worden!  Langs de westkust van Noord- en Zuid-Amerika vormen kelpwieren complete onderwater-bossen. De dieren die er leven gebruiken het kelp als schuilplaats, als voedsel of om te jagen. Zeeleeuwen en zeeotters verschuilen zich tussen het kelp voor orka’s en haaien. Maar ze vinden er ook hun voedsel; kleine vissen, schelpdieren, zeesterren en zee-egels.