Pinguïns

6 redenen waarom pinguïns zo geweldig zijn:

1. Ze maken vliegsprongen
Pinguïns kunnen supersnel zwemmen. Ze kunnen niet vliegen. Ze kunnen wel als een raket uit het water schieten om te ontsnappen aan roofdieren. Of ze springen op een ijsschots om daarop even uit te rusten.

2. Ze kunnen zien onder water
Pinguïns duiken diep onder water om vis te vangen. Hun ogen hebben een bijzondere vorm waardoor ze onder water goed kunnen zien. Een doorzichtig derde ooglid beschermt hun ogen tegen water.

3. Ze glijden op hun buik
Pinguïns lopen waggelend. Als ze snel vooruit willen op het ijs, dan laten ze zich op hun buik vallen en glijden vooruit. Dit heet rodelen en het ziet er heel grappig uit!

4. Ze niezen zout water
Tijdens het jagen op vis en krill slikken pinguïns veel zout zeewater in. Een klier achter hun ogen helpt om dit weer kwijt te geraken. Het zoute water loopt uit hun bek en als ze met hun hoofd schudden, is het net alsof ze niezen.

5. Ze hebben heel veel vrienden en houden elkaar warm.
Bijna alle pinguïns leven in grote, luidruchtige groepen, die kolonies worden genoemd. De meeste pinguïns leven in koude gebieden. Om warm te blijven, hebben ze een dikke huid en een flinke vetlaag. Sommige pinguïnsoorten kruipen dicht tegen elkaar aan voor extra warmte. Om de beurt mogen ze op de warmste plek in het midden staan.

6. Pinguïns houden van stenen
Als pinguïns een partner zoeken om samen kinderen te krijgen, zijn ze heel beleefd. Ze buigen en geven elkaar steentjes om in de smaak te vallen. Ze maken brullende geluiden om elkaar beter te leren kennen en om elkaar terug te vinden in een grote groep. Pinguïns maken vreemde nesten. Sommige bouwen een hol van hun eigen poep en andere stapelen stenen op elkaar